Portret Gerard Meerman
Zijn finest hour beleefde Gerard Meerman (1722-1771) in 1764. Toen kocht deze rijke Rotterdamse rechtsgeleerde de vrijwel complete verzameling handschriften van het opgeheven jezuïetencollege in Parijs. De beroemde collectie telde honderden middeleeuwse Griekse en Latijnse handschriften. Pas toen de koop al gesloten was, kwam de Franse kroon in het geweer en liet er beslag op leggen. Vervolgens werd een schikking getroffen. De handschriften mochten naar Rotterdam worden vervoerd, Meerman zou de Franse koning er 37 schenken, en als tegenprestatie zou de koning aan Meerman de orde van St. Michel verlenen.
Gerard Meerman was al op zijn twintigste begonnen met het verzamelen van boeken. Aanvankelijk vooral op het gebied van het Romeins recht; later verbreedde hij zijn verzamelgebied. Hij legde zich in het bijzonder toe op de aankoop van middeleeuwse handschriften en producten van de vroegste boekdrukkunst. Diplomatieke missies naar Engeland werden benut om daar in allerlei bibliotheken onderzoek te doen en op veilingen en bij handelaren in binnen- en buitenland verwierf hij talloze zeldzame werken. Zo kocht hij in 1755 uit de nalatenschap van de Enkhuizense predikant Thade Muil het in 1332 voltooide manuscript van de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant – nu één van de topstukken van het Museum Meermanno.
We kijken hier niet alleen in het grijs bepruikte gezicht van een verzamelaar, omstreeks 1761 geschilderd door Jean Baptist Perronneau, maar ook naar iemand die de boeken die hij kocht degelijk bestudeerde. Zo publiceerde Gerard Meerman in 1765 een omvangrijke studie over de uitvinding en vroege geschiedenis van de boekdrukkunst, de Origines typographicae. Het hier afgebeelde schilderij van Meerman diende als voorbeeld voor de gravure die als frontispice werd opgenomen in deze studie.
Meerman stierf al op zijn 49ste, tijdens een kuur in Aken.