Papyrus Denon
Op een avond in maart 1826 stopte voor het woonhuis van Baron Van Westreenen, nu het gebouw van het Museum Meermanno, de ene koets na de andere. Van Westreenen liet zelden iets van zijn verzameling zien, maar nu had hij een kleine tentoonstelling georganiseerd, waar zelfs de broer van de koning naar kwam kijken.
Er is een verslag van die avond bewaard gebleven, opgesteld door een van de bezoekers. Er was veel moois te zien, schreef deze, ‘doch hetgeen aller bewondering verdiende en alles verduisterde wat men reeds gezien had, of zien zou, was een lang stuk Egijptisch papier’.
Europa was in die periode in de ban van Egyptische oudheden, mede doordat de Franse geleerde Champollion tussen 1822 en 1824 het hiëroglyfenschrift had weten te ontcijferen. Baron Van Westreenen was de eerste die in Nederland Egyptische oudheden verzamelde, daarom wekte zijn minitentoonstelling zoveel belangstelling. Vanaf 1822 schafte de baron in totaal 372 Egyptische voorwerpen aan.
Het absolute topstuk is het zogenoemde Boek van het ademen van Isis. Het is een zeldzaam voorbeeld van de late oud-Egyptische dodenliteratuur. Dit ‘boek’ was bestemd voor Nespaoetitawi die omstreeks 42 v.Chr. priester was in Thebe. Van Westreenen kocht het in 1827 op een veiling in Parijs uit de nalatenschap van de oudheidkundige Dominique Vivant Denon. De papyrus was in 1799 in Egypte gevonden en in 1801 in Parijs aan de Franse keizer getoond. Die reageerde met de woorden: Ah! mon Dieu! Que c’est laid! (‘O! Mijn God! Wat is dat lelijk!’) Toen iemand zei dat weinig papyri zo mooi en onbeschadigd bewaard waren gebleven, antwoordde Napoleon dat hij vast mooi zou hangen ‘achter de voorzittersstoel’ van een historisch instituut.
Uiteindelijk kwam de papyrus in het museum te hangen, aan de wand van de oudhedenzaal. In 1988 viel die lijst opeens twee meter naar beneden, waardoor de papyrus alsnog beschadigd raakte, door glassplinters. Het stuk werd vervolgens zorgvuldig gerestaureerd.