collecties

Egyptische oudheden

EGYPTE

Al in de 17de eeuw nemen Hollandse zeelui oud-Egyptische voorwerpen mee naar huis, met de bedoeling om deze te verkopen. In de loop van de 18de eeuw stelt Egypte zich steeds meer open voor Europeanen, waardoor de aandacht voor de Egyptische oudheid steeds groter wordt. Echter, in de 19de eeuw begint pas echt de ‘Egyptomanie’. Rond de eeuwwisseling vindt namelijk Napoleons veldtocht naar Egypte plaats (1798-1801). De Franse geleerden en kunstenaars die met hem meereizen, beschrijven in hun verslagen de piramides en andere overblijfselen van het Oude Egypte. Ook neemt Napoleon veel archeologische schatten mee. Wanneer in 1822 door de Franse taalkundige Jean François Champollion het hiërogliefenschrift wordt ontcijferd, zet dat het land nog meer op de kaart. Papyrusrollen en andere objecten uit het Oude Egypte worden gewilde verzamelobjecten.

Voor veel 19de-eeuwse verzamelaars zijn de Egyptische objecten vooral interessant omdat ze vaak schrift bevatten uit de vroege geschiedenis van het geschreven woord. Ze vormen een interessante aanvulling op een boekencollectie. Naast zes papyrusrollen, met als hoogtepunt de beroemde papyrus van de Fransman Vivant Denon, bezit Huis van het boek allerlei objecten uit het dagelijks leven van de Oude Egyptenaren, zoals haarspelden, sandalen, sieraden en beeldjes.

Oorsprong van de collectie

Na de veldtocht van Napoleon belanden er veel archeologische objecten uit Egypte op veilingen in Londen en Parijs. Een deel van de Egyptische collectie van het museum is op die veilingen gekocht door Van Westreenen. Maar hij bezoekt ook in Italië, België, Duitsland en elders veilingen en particuliere verkopers om zijn verzameling uit te breiden. Op een aantal objecten is een van de drie Egyptische schriftsoorten (hierogliefen, hieratisch en demotisch) vertegenwoordigd Wellicht heeft bij het verzamelen van objecten uit het Oude Egypte voor de baron de ontwikkeling van het schrift een rol gespeeld. Toch verlegt hij zijn interesse uiteindelijk naar andere, niet aan schrift gerelateerde objecten.

N.B. Van veel van de archeologische objecten uit Egypte die in de 19de eeuw te koop zijn aangeboden in Europa is weinig tot niets bekend over de exacte herkomst of verwervingsmethode. Het museum is zich bewust van het geweld en de illegale handel die mogelijk achter deze objecten zitten. In de toekomst hopen wij meer onderzoek te kunnen verrichten, en actiever mee te kunnen doen aan het maatschappelijke debat over eigenaarschap van erfgoed.

Hoogtepunt: Papyrus Denon

Het topstuk van de collectie Egyptische oudheden is het zogenoemde Boek van het ademen van Isis. Het is een zeldzaam voorbeeld van de late oud-Egyptische dodenliteratuur. Dit ‘boek’ was bestemd voor Nespaoetitawi die omstreeks 42 v.g.j. priester is van Thebe. Het is afkomstig uit de nalatenschap van de oudheidkundige Dominique Vivant Denon. Deze ‘vindt’ naar eigen zeggen de papyrus in 1799 in Egypte en neemt hem maar naar Parijs waar hij hem in 1801 aan de Franse keizer laat zien. Die reageert met de woorden ‘Ah! Mon Dieu! Que c’est laid!’ (‘O! Mijn God! Wat is dat lelijk!’). Wanneer daarop iemand aan Napeoleon vertelt dat weinig papyri zo mooi en onbeschadigd bewaard zijn gebleven, antwoordt Napoleon dat het vast mooi zou hangen ‘achter de voorzittersstoel’ van een historisch instituut. Uiteindelijk komt de papyrus in het museum te hangen. In 1988 valt de lijst ineens van de muur, waardoor de papyrus alsnog beschadigd raakt door glassplinters. Het stuk is vervolgens zorgvuldig gerestaureerd.

Denon

Hiëratische Papyrus met twee gepolychromeerde illustraties (de ‘papyrus Denon’), Ptolemeïsche periode, inv.nr. 42/88, coll. Huis van het boek