Na 1500 wordt het Europese gedrukte boek ‘volwassen’, dat wil zeggen: het krijgt alle kenmerken die boeken nog steeds hebben. Steeds vaker worden boeken voorzien van paginanummers en titelpagina’s. De vormgeving van boeken verandert sterk tussen 1500 en 1600. Aan het begin van de 16de eeuw wordt de gotische letter nog veruit het meest gebruikt. Onder invloed van het humanisme (met auteurs zoals Erasmus) wordt de romein gangbaarder, al blijft de gotische letter in gebruik voor schoolboeken, bijbels en volksboeken. Illustraties worden in de vorm van houtsneden toegevoegd, maar gaandeweg wordt de kopergravure steeds belangrijker. In de 16de en 17de eeuw vindt in de Lage Landen – grofweg wat nu Nederland en België is – de grootste bloei van de boekdrukkunst plaats. In de 19de eeuw ondergaat de boekproductie grote veranderingen, onder invloed van de industriële evolutie. Onder andere door de komst van stoomdrukpersen kunnen boeken veel sneller en op grotere schaal gemaakt worden. Door deze industrialisatie gaan eigen kenmerken verloren: de kritiek is dat alle boeken op elkaar lijken. Tegen het eind van de eeuw worden daarom door sommigen bewuste pogingen gedaan om dit weer ongedaan te maken, door juist weer op ambachtelijke manieren boeken te maken. Vanaf het begin van de huidige eeuw hebben digitale druksystemen een dusdanige kwaliteit, productiviteit en kostprijs bereikt, dat het mogelijk is geworden om digitaal boeken te drukken in oplagen vanaf 1 tot ongeveer 500.
Stap binnen het prachtige monumentale pand, waar eens Baron van Westreenen van Tiellandt woonde. Deze stichter van het museum was een echte verzamelaar, van boeken en meer. Kom op bezoek bij Huis van het boek!